Aanplant

Aanplant

Het is mogelijk om via dit project gratis wilde appels en wilde peren te krijgen. Deze zijn bedoeld voor Gelderse terreineigenaren. Het gaat om 2 tot 3 jarig bosplantsoen, maat 50-100 cm. In overleg zijn eventueel ook grotere maten beschikbaar.

Plantsoen wordt beschikbaar gesteld in de volgende drie periodes:

  • Feb-maart 2024
  • Plantseizoen 2024-2025
  • Okt-dec 2025

Let op! Op dit moment zijn er nog geen gecertificeerde wilde peren beschikbaar. Het beste alternatief zijn wilde peren uit Noordrijn-Westfalen. Deze zijn wel geschikt om aan te planten in recenter bos of nieuwe locaties, maar we raden of om ze aan te planten in oude boskernen. Vanaf najaar 2025 verwachten we de eerste Gelderse peren te kunnen doorleveren. De wilde appels zijn wel allemaal gecertificeerd autochtoon en kunnen dus wel in oude boskernen worden aangeplant.

Lees meer over de herkomst van de wilde appels en wilde peren

Herkomst wilde appels

De wilde appels zijn gecertificeerd autochtoon en worden geleverd door Staatsbosbeheer Zaad & Plantsoen. Ze behoren genetische gezien tot dezelfde groep als de laatste wilde appels van Gelderland.

Herkomst wilde peren

Op dit moment wordt er door Staatsbosbeheer Zaad & Plantsoen gewerkt aan het ontwikkelen van een levende genenbank  van autochtone wilde peer (afkomstig van geoogste Gelderse wilde peren) De eerste peren zijn hiervan al geoogst en worden op dit moment opgekweekt. De bedoeling is om deze genenbank binnenkort aan te vullen met nieuwe moederbomen uit de aan Nederland grenzende Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. Deze regio’s behoren tot dezelfde klimatologische zone als bij ons, wat wil zeggen te beschouwen als afkomstig uit hetzelfde herkomstgebied. Hoogstwaarschijnlijk kunnen in het najaar van 2025 de eerste Gelderse wilde peren worden geleverd als tweejarig bosplantsoen. Heb je interesse, dan kun je bij ons alvast je wensen doorgeven.

Het beste alternatief dat nu voorhanden is, zijn wilde peren uit Noordrijn-Westfalen (herkomst VKG 01 NRW (Noordrijn – Westfalen (Nord Deutsches Tieftland)). Dit is gecertificeerd plantmateriaal waarvan het zaad geoogst is van peren uit de regio, van vermoedelijk oorspronkelijk inheemse opstanden. Het is een regio met dezelfde klimaatzone als wij in Nederland hebben. De certificering in Duitsland is echter wat minder streng dan in Nederland, dus het wordt door de Naktuinbouw niet erkend als autochtoon.

Voor de zekerheid raden wij af om deze Duitse peren aan te planten in oude boskernen of in de buurt van oorspronkelijke opstanden van de wilde peer. De oorspronkelijk groeiplaatsen met de bestaande bomen in situ zijn ook een waardevolle kennisbron, die we hard nodig hebben om voor de toekomst inzicht en kennis op te doen. Als het gaat om aanleg buiten deze gebieden, achten we deze wilde peren geschikt, zeker aangezien er nu geen beter alternatief is.

Algemene uitgangspunten 

  • Plant aan op pleistocene gronden: authentieke exemplaren zijn dus dusver alleen aangetroffen op de stuwwallen en dekzandlandschappen in de provincies Drenthe, Gelderland en Limburg. De Kaart Groen Erfgoed op de website van Het Rijksdienst Cultureel Erfgoed geeft een overzicht van deze oude groeiplaatsen. Meestal is er sprake van leemhoudende zandbodems, potentieel geschikt voor rijkere varianten van het eikenbeukenbos tot armere varianten van het eikenhaagbeukenbos, of de hogere oeverwallen in de rivierdalen. Aanplant op jongere klei- of veenlandschappen is minder passend en raden we af.
  • Kies een standplaats met voldoende licht. Bijvoorbeeld een bosrand, in een heg of houtwal, langs een beek of in een open bos. Aanplant in de buurt van een werkschuur kan ook handig zijn, dan kan de soort goed in de gaten worden gehouden.
  • Ga subtiel te werk. Plant her en der enkele exemplaren aan zodat het er natuurlijk uitziet.
  • Houdt afstand tot cultuurrassen. Plant nieuwe exemplaren liefst op een ruime afstand (minimaal 300 meter) van cultuurrassen aan om bestuiving en hybridisatie te voorkomen. Verwijder zo nodig cultuurrassen uit het terrein als die daar eigenlijk niet thuishoren.
  • Bescherming en herkenning.In gebieden met veel wild kan nieuwe aanplant last hebben van vraat- (en veeg)schade. Bescherming van nieuwe aanplant doormiddel van boomkoker of rastering kan een oplossing zijn.

 

Uitgangspunten per geschikte locatietype 

Grofweg zijn er vier geschikte locatietypen te onderscheiden. We maken onderscheid tussen oude boskernen* en nieuwere locaties.

*Oude boskern = bos of een landschapselement dat er in 1850 ook al stond. (Dus zichtbaar op de Topografisch Militaire Kaart van 1850). Zie: www.topotijdreis.nl

  1. Oude boskern waar al wilde appel/peer voorkomt.
    • Om één of enkele geïsoleerde exemplaren op te nemen in een gezonde populatie kunnen nieuwe exemplaren in de nabijheid aangeplant worden.
    • Plant bij voorkeur aan binnen een straal van 100 meter (maximaal 300 meter) zodat onderlinge bestuiving mogelijk is.
    • Er zijn enkele groeiplaatsen in Nederland met nog redelijk grote restpopulaties van met name wilde appel (ca> 10 ex). Die zijn belangrijk als referenties en dienen duidelijk in beeld te blijven, bijvoorbeeld voor toekomstig onderzoek. Bij aanplant van aanvullende exemplaren moet dan voldoende afstand worden gehouden van de authentieke exemplaren.
    • Let op! Op dit moment is er nog geen gecertificeerd bosplantsoen van wilde peren beschikbaar. Daarom raden wij aanplant van wilde peren in oude boskernen voorlopig af. Vanaf 2025 is dit vermoedelijk wel mogelijk.
  2. Oude boskern waar geen wilde appel/peer meer voorkomt
    • Oude boskernen waar voorheen wilde appels of wilde peren voorkwamen, of een geschikt habitat vormen, kunnen geschikt zijn om nieuwe exemplaren te herintroduceren. Aanplant aan randen heeft de voorkeur.
    • Let op! Op dit moment is er nog geen gecertificeerd bosplantsoen van wilde peren beschikbaar. Daarom raden wij aanplant van wilde peren in oude boskernen voorlopig af. Vanaf 2025 is dit vermoedelijk wel mogelijk.
  3. Natuurlijk bos (zijnde geen oude boskern)
    • Wanneer sprake is van bosomvorming (van bijvoorbeeld naaldbos naar loofbos) en er wordt gekozen voor een natuurlijk bostype waarbinnen de wilde appel/peer thuishoort, dan kan aanplant van enkele wilde appels of wilde peren een mooie aanvulling zijn. Kies bij voorkeur een assortiment met autochtoon plantsoen.
    • Al bestaande natuurlijke bossen kunnen uiteraard ook worden aangevuld met enkele autochtone wilde appels of wilde peren.
    • Ook de op dit moment beschikbare wilde peren uit Noordrijn-Westfalen zijn daarvoor geschikt.
  4. Landschapselementen:
    • In bestaande of nieuw aan te leggen heggen en houtwallen op geschikte bodems (leemhoudende zandgrond) kunnen her en der wilde appels en wilde peren aangeplant worden.
    • Ook de op dit moment beschikbare wilde peren uit Nordrijn-Westfalen zijn daarvoor geschikt.

Meer details over de behoeftes van beide bomen op het gebied van bodem, vocht, voedselrijkdom en zuurtegraad kun je lezen onder groeiomstandigheden.

Als je twijfelt over aanplant op een bepaalde locatie, neem dan gerust contact met ons op, dan denken we met je mee.

 

    Interesse in plantsoen?

    Bestel dit bij ons! Want vanuit het project mogen we de komende twee jaar gratis plantsoen verstrekken voor aanplant in de provincie Gelderland. Je kunt ook wensen voor komend plantseizoen alvast aan ons doorgeven, dan kunnen we daar rekening mee houden.

    Stuur een email naar Merel Corbeek, werkzaam bij Vereniging Nederlands Cultuurlandschap: mcorbeek@nederlandscultuurlandschap.nl